Toelichting EPC
Over de EPC-norm NEN7120:
Bij het stichten van nieuwbouw in Nederland dient men een EnergiePrestatieCoëfficiënt toetsing (EPC) te maken om een bouw-/omgevings-vergunning te verkrijgen. De EPC-plicht geldt niet voor een "industriefunctie" (opslaghallen en ruimten voor bewerking van materialen). De EPC-methodiek/ verplichting bestaat sinds december 1995 en is sindsdien vele malen verbeterd en qua eisen aangescherpt.
De Q/Q-verhouding is de verhouding tussen de gepresteerde EPC’s per gebruiksfunctie (zoals een "kantoorfunctie" voor kantoorruimten en een "bijeenkomstfunctie" voor vergader- en lunchruimten) en de maximaal toelaatbare EPC’s per gebruiksfunctie zoals is omschreven in het Bouwbesluit. Deze verhouding Q/Q heet sinds 2012 E/E.
De EPC wordt bepaald volgens NEN7120 (vóór juli 2012 volgens NEN2916), alle achterliggende NEN- EN- en/of ISO-normen en maakt gebruik van officiële kwaliteitsverklaringen van testinstellingen zoals TÜV en KIWA t.a.v. rendementen van apparaten en bouwmaterialen. De NEN7120 rekent met standaard-gebruikstijden, -bezettingsgraden en -klimaat. Dit maakt het vergelijk van gebouwen gemakkelijker. Een gebouwbeheersysteem is vaak zinvol maar wordt dus niet verdisconteerd in de EPC.
De bijdrage van windmolens is niet verwerkt in de EPC omdat EPC-norm NEN7120 hiertoe geen mogelijkheid biedt en omdat er teveel niet 100%-inbedrijf-werkende windmolens zijn aangetroffen op de lokaties.
Voor FAQ ten aanzien van de EPC: NEN/AgentschapNL EPN-FAQ
Hier vindt u o.a. toelichting over:
Blz. 12: verschil tussen EnergieIndex van het Energielabel en de EPC.
Blz. 15: de EPC-eisen voor de utiliteitsbouw.
Blz. 21/22: welke gebruiksfuncties er bestaan en wat dat inhoudt.
Blz. 23-26: meer informatie zoals over de AangrenzendeVerwarmdeRuimte (de verwarmde niet-EPC plichtige bedrijfshal die grenst aan de EPC-plichtige gebruiksfuncties).